donderdag 15 maart 2012

Upstairs Downstairs

Oké, we lopen nu het gevaar dat de lezers van Woestijnbloem ons van koloniale trekjes gaan verdenken. Maar zo is de maatschappij in Dubai nou eenmaal. Als je hier om je heen kijkt en de gemiddelde Brit ziet of hoort met zijn (of minstens even zo vaak: haar) ‘syndroom van Upstairs Downstairs’ zoals wij het noemen, valt het nog reuze mee met ons.

Maar het is een feit: je went eraan dat hier veel voor je gedaan wordt. In de supermarkt pakt de grocery boy je boodschappen in en als je die in je auto hebt gezet, breng je meestal niet zelf de boodschappenkar terug. De planten water geven en het gras maaien? Dat doet de lawn boy voor ons. In een fastfoodrestaurant je afval weggooien? Nou nee, anders worden de cleaning boys ontslagen. En denken jullie nou echt dat Domien op zijn werk zijn eigen koffie moet halen? Natuurlijk niet, daar is de tea boy voor. Zelf tanken dan? Eh…nee. En onze auto’s laten we meestal wassen. Dan verdienen de autowassers ook weer een paar centen.

Sophie zit sinds een paar weken op paardrijles. De pony’s worden door de grooms opgezadeld, naar de bak gebracht en vastgehouden op aanwijzen van de instructrice. Naast elke beginnende rijder loopt dus een groom, die de pony of het paard na afloop weer netjes terugbrengt naar de stal, afzadelt en borstelt.

Hier hoef je niet een half uur van tevoren aanwezig te zijn om te proberen bij een onwillig paard het hoofdstel en het zadel om te krijgen. En als je dan een uur les hebt gehad en naar huis wilt, hoef je niet nog een half uur lang het paard droog te wrijven, zand uit de vacht te borstelen en de hoeven uit te krabben.

Toch doen wij nog best veel zelf: schoonmaken, wassen, koken, ons kind opvoeden/uit bed halen/eten geven/naar school brengen, autorijden, auto’s parkeren, boodschappen in het winkelwagentje leggen, boodschappen naar de auto brengen, het konijn uitlaten...
Want je kunt hier echt voor van alles iemand inhuren. En iedereen vindt het maar gewoon.

donderdag 8 maart 2012

Blik op de weg

“Moet je dat zien!” “Tjonge, jonge, jonge...” “Dat kan echt niet!!”
We kijken elkaar aan en halen onze schouders op. Ja, èn?, denken we simultaan. We nemen nog een slok koffie en kijken verder naar het tv-programma Blik op de weg (een cameraploeg gaat op pad met de verkeerspolitie) via uitzendinggemist.nl.

We lachen om de verbaasde en soms verontwaardigde reacties van de stoere politiemannen. Kom maar eens in Dubai met je camera-autootje, denken we.
Als we hier in de auto zitten, lijkt het soms alsof we in een live-uitzending zitten. Maar dan voor gevorderden: Blik op de weg XXL. Alleen zijn wij niet oom agent die de overtreder eens vaderlijk toespreekt met iets als: “Meneer, u reed een beetje te snel. Wist u dat?” Nee, hier kijken we nog eens extra in de zijspiegels. Wijken snel uit naar links om die plotseling en veel te langzaam invoegende auto te vermijden. En zien we allang dat die zwarte auto weliswaar op de binnenste baan van de rotonde rijdt, maar toch echt - en zonder richting aan te geven - rechtsaf gaat slaan.

We hebben in de afgelopen tweeënhalf jaar de gekste dingen gezien, maar één incident is ons echt bijgebleven. Rijdend op een van de snelwegen in Dubai (Emirates Road) zagen we in de verte iets roods, midden op de weg. Een rode auto die met 80 km per uur reed omdat de bestuurder zat te bellen misschien?
Terwijl we steeds dichterbij kwamen, zagen we tot onze verbazing dat het een grote, rode, pluchen fauteuil was. Een paar honderd meter verder reed een open vrachtwagentje, met de rest van de zithoek, achteruit over de vluchtstrook om het verloren rode schaap op te halen. Gelukkig was het een rustige ochtend…

We schrijven hier wel vaker over autorijden in Dubai. Het is een verkeersjungle waar de sterkste (=grootste auto) en de slimste (=brutaalste, meest asociale bestuurder) overleeft. Maar het went en je leert anticiperen als de beste. En na een tijdje weet je niet beter. Tot je naar Blik op de weg kijkt.

dinsdag 6 maart 2012

Geen krant

Je kijkt naar buiten op een (zoals meestal hier) mooie zaterdagochtend en er ligt geen krant voor de deur. Ook niet onder de auto’s in de carport, niet in de bosjes van het plantsoen, niet per ongeluk bij de buren... Nou ja, kan gebeuren. Maar als je de volgende dag ook misgrijpt, ga je maar eens bellen naar de afdeling Distributie.

Op basis van je telefoonnummer zoekt de dame aan de andere kant van de lijn je gegevens erbij. Handig. De wijk klopt, de straat klopt, maar het huisnummer niet. Nee, we wonen niet op nummer 2. En nee, we zijn niet net verhuisd. Sterker nog, we wonen al meer dan een jaar in dit huis en de krant wordt altijd op tijd bezorgd.
Oké, belooft de dame, de kranten worden nabezorgd.

Een half uur later gaat de telefoon. Uit de bijna onverstaanbare woordenbrij pik je de essentiële woorden: de naam van de krant, no newspaper, 2. Nee, we wonen niet op nummer 2 en hebben er ook nooit gewoond. Echt niet.
Niet meer dan vijf minuten daarna wordt er aangebeld. Voor de deur staat een man met twee kranten onder zijn arm. Hij wijst ondertussen naar het huis op nummer 2. Zonder goed te verstaan wat hij allemaal zegt, herhaal je weer je verhaal. En bedankt hem vriendelijk.

De volgende dag lag de krant weer netjes (figuurlijk, dan) voor de deur.
En het grappige is, toen we net verhuisd waren hadden we hetzelfde probleem, geen krant. Na een paar dagen gingen we toch maar eens bellen. Wat bleek: de krant was wel vanaf de dag van onze verhuizing bezorgd. Alleen niet bij ons. De bewoners van nummer 2 konden gratis de krant lezen!